Opleidingsplannen
Individueel opleidingsrecht
Over hoeveel opleidingsdagen gaat het?
Het huidige gemiddelde opleidingsrecht van vijf dagen, toegekend door de wet werkbaar wendbaar werk, wordt omgevormd naar een individueel opleidingsrecht van vijf dagen per jaar per voltijdse werknemer tegen 2024. In 2023 geldt er een minimum van vier dagen per jaar per voltijdse werknemer.
Voor werknemers die deeltijds werken en/of van wie de arbeidsovereenkomst niet het volledige kalenderjaar dekt, wordt het aantal opleidingsdagen bepaald.
Voor welke ondernemingen is dit verplicht?
-
Stel je minder dan 10 werknemers tewerk? Dan hoef je met deze wettelijke verplichting geen rekening te houden.
-
Heb je minimum 10 en minder dan 20 werknemers in dienst? Dan volstaat een individueel opleidingsrecht van minimum 1 dag per jaar voor een voltijdse werknemer die het volledige jaar in dienst is.
- Stel je meer dan 20 werknemers te werk? Dan heeft een voltijds tewerkgestelde werknemer recht op minimaal, minimaal vier opleidingsdagen per jaar vanaf 1 januari 2023 en van minimum vijf opleidingsdagen per jaar vanaf 1 januari 2024.
Praktisch
De sector waartoe je behoort legt het opleidingsrecht concreet vast in een cao. Doen de sociale partners dit niet, dan moet je het opleidingsrecht zelf vastleggen via de opmaak van een individuele opleidingsrekening. Die opleidingsrekening is een formulier en bevat een aantal verplichte vermeldingen:
- identiteit van de werknemer;
- arbeidsregime van de werknemer;
- bevoegde paritaire comités of paritaire subcomités;
- opleidingskrediet: voor een voltijdse werknemer niet minder dan vier opleidingsdagen per jaar in 2023 en minimum vijf opleidingsdagen per jaar vanaf 2024;
- het aantal gevolgde opleidingsdagen en aantal overblijvende dagen of aantal over te dragen dagen naar het volgende jaar;
- het groeipad.
Bewaar dit formulier (op papier of digitaal) in het persoonlijk dossier van de werknemer.